Leestijd: 16 minuten

Het is het derde jaar op rij om de Vechtdaltrail te lopen. Een ultratrailmarathon van 50 kilometer door het gebied bij Ommen, Beerze en Junne. Ook dit jaar heb ik onderweg gevlogd, je vindt de video iets verder naar beneden.

Al een week van tevoren is het bekend. Het. Wordt. Warm. De voorspellingen liggen in de buurt van de 30°C. Spoiler alert – bleef het daar maar bij! Maar laten we bij het begin beginnen….

De voorbereidingen voor de Vechtdaltrail

Inschrijven voor de Vechtdaltrail kon al eerder dit jaar. Toch heb ik dat niet gedaan. Eigenlijk, heel eerlijk gezegd, was het niet de planning om dit jaar de Vechtdaltrail te lopen. Want, 2 weken eerder stond de Krijtlandtrail (een ultra van 65km) op de agenda.

Het leek me niet slim om er dan zomaar vanuit te gaan dat je 2 weken later nog een ultra gaat lopen. Nee, liever de Veluwezoomtrail in het weekeinde van 15/16 juli. Die had ik al een tijd niet meer gelopen en een beetje afwisseling ben ik voorstander van.

Het liep dus anders, want in het weekeinde van de Veluwezoomtrail is er een sociaal evenement waarvan mijn partner vindt dat ik er toch wel (volledig) bij aanwezig behoor te zijn, en niet extra vroeg naar bed ga om de volgende ochtend om 08.00 uur aan de start van de 58km te staan.
Ze kent me…

Na de Krijtlandtrail ging het herstel eigenlijk wel aardig. De maandagavond wat losgelopen op de baan bij SISU, waar er nog wat vermoeidheid in de benen te voelen was. De woensdagtraining ging al lekker, het tempo lag hoger dan ik verwachtte en dat zonder problemen. Mooi!

Nog even overleg met de vrouw om me daarna vlot in te schrijven voor de mooiste route bij de Vechtdaltrail – de 50 kilometer ultramarathon.

De start is er om 09.30 uur, geen stress. Mooi op tijd aangekomen en lekker lopen te beppen met menig loper.
Dat was overigens wel grappig, Zit ik in de kleedkamer m’n compressiekousen aan te wurmen, word ik vrolijk begroet. Alleen, door wie? Sorry, ik had ècht geen idee. Kennelijk was dat op m’n gezicht te zien.

Het kon ook niet, want het was de eerste keer dat we elkaar in het echt ontmoette. Het bleek een loper te zijn die het filmpje van vorig jaar bekeken had, en mij herkende. Wahahaha, ik begon al bijna naast m’n schoenen te lopen. Maar wel heel erg leuk!  Tip: let goed op, en luister vooral, wat er in het begin van het vlog op een gegeven moment achter mij verteld wordt.  #Bloos.

De eerste 25 kilometer bij de Vechtdaltrail

Het plan bestond er uit om lekker rustig te beginnen, achteraan. Vervolgens een mooi relaxed tempo te zoeken en dat tot de 35km vol te houden. Na de 35km zou ik eens polsen hoe het lijf er aan toe was om eventueel nog wat te gaan versnellen. Streber als ik ben zou het toch mooi zijn om sneller dan vorig jaar (5:23) te finishen – al was m’n eigen voorspelling iets van 5:30. Beetje rekening houden met die aangekondigde temperatuur.

Bij vertrek was het al een graad of 25 (in de schaduw). Lekker zomers weer met lichte bewolking. Mooi achteraan begonnen met lopen en samen met wat andere lopers gekletst.

Waaronder een loper die vertelde dat hij er altijd moeite mee heeft om een run te eindigen na 9.8 kilometer. Dat moeten er dan toch even 10 worden. Ook een 20.6 kilometer gaat naar boven afgerond worden, de halve marathon afstand is dan mooi.

Vervolgens legde ik hem uit dat ‘wij’ (van de Streu Trailrunners) dat een ‘Henri lusje’ noemen. Immers, onze Henri heeft ook de eigenschap om bij voorkeur te eindigen met mooie ronde getallen.
OK, dan mag je nu exact 1x raden hoe deze loper bij de Vechtdaltrail heet. We hebben ons rot gelachen! Henry, bedankt voor je gezelligheid tijdens de run.

Langzaam verloor ik Henry achter me, kennelijk was mijn tempo toch ietsje sneller. Er liepen nog genoeg lopers voor me, en met regelmaat trok ik weer een tijdje met een andere loper op. Het was af en toe wat stuivertje wisselen. Mede ook door de geweldige verzorgingsposten (daar kunnen ze bij de Krijtlandtrail nog wel wat van leren), want menig loper dronk wat en was meteen weer op pad.

Zelf nam ik lekker de tijd om wat te drinken en te eten. Hartslag weer mooi wat naar beneden. Gemiddeld heb ik bij de meeste VP’s toch al snel een 4 à 6 minuten rust gepakt. Gewoon omdat het kan.

Happy Jump in de Heetdelle. Foto: Brigitte Blikman-Nieuwlaat

Onderweg aardig wat gefilmd en genoten van de schitterende route. Alles was weer uitstekend aangegeven met lintjes, verkeerd lopen is er moeilijk. Daarnaast nog een horloge wat piept en trilt als er een afslag is. Ideale condities.

Nou ja, ideaal….

25 hete kilometers door bos en over zandverstuivingen

De eerste 25 kilometers was de temperatuur nog te doen. Warm, dat zeker, maar gelukkig kon het lijf dat wel hebben. Hartslag bleef mooi laag (relatief dan natuurlijk) en ook de ademhaling was rustig.

En toen werd het 12.00 uur. We zijn tweeëneenhalf uur onderweg. De zon brandde dwars door het bladerdek van het bos heen. Dat was niet gunstig en ik zal je uitleggen waarom.

De week voor de Vechtdaltrail was het best koel weer en ook in de nacht koelde het goed af. Ook is er nog veel neerslag geweest waardoor, in mijn gedachtegang, de grond mooi koel moet zijn. Dat was het ook, alleen…

Die koele grond was ook erg vochtig. De warme zon stond daar goed op te branden. Al dat vocht gaat verdampen in de lucht en blijft vervolgens in dat bos hangen, want het kan geen kant op. Daardoor werd de luchtvochtigheid in het bos hoog. En als iets een zware conditie oplevert om in te rennen, dan zijn dat hoge temperaturen met hoge luchtvochtigheid.

Daar liepen wij dus in. Afkoelen is dan erg moeilijk voor het lichaam, want het kan de warmte dmv zweten minder goed kwijt want de lucht neemt het vocht (zweet) minder goed op. Het lichaam gaat harder werken waardoor het meer energie nodig heeft.

Dat weet je, zodat je er op instelt. Meer drinken, meer eten. Dat laatste had ik wat meer kunnen doen, en vooral wat eerder. Maar ja, dat is achteraf he!

De zon zal zo’n beetje op z’n hoogst hebben gestaan als we door de ‘Sahara’ lopen (bij Ommen – zoek maar op!). Een grote zandvlakte. De temperatuur hier, volgens de Garmin om de pols: 36°C. De warmte komt niet alleen van boven, nee, die wordt ook nog eens teruggekaatst door het witte zand.

Zand dat zo zacht en mul is dat het voor menig hardloper niet te doen is om er te rennen. Op stukjes waar er wat begroeiing is lukt het nog, ook dat zie je in de film.

Mijn vrouw had de timing wat verkeerd en liep mij daar mis. Vanaf een afstandje maar even gezwaaid.

Eerder kwam ik haar al op de route tegen – en dat blijft toch erg fijn hoor. Het hoeft niet, en de afspraak was ook dat ze haar eigen ding ging doen, toch stond ze na 12km al ergens op een plekje. Super.

Bij de 33 kilometer staat een gezellige verzorgingspost (zie video – blauwe dakje) en mijn temperatuur was inmiddels genoeg opgelopen dat ik het fijn vond om koud water over m’n hoofd te gieten. Anne, één van de vrijwilligers daar wilde dat ook wel (al te) graag doen en kwam al met een kan koud water aanzetten… Heel lief, maar dat was me te veel. Gewoon een bekertje langzaam op m’n hoofd gieten zodat ik wat kon afkoelen en de buff lekker nat zou zijn, maar niet genoeg om ook naar m’n nek en rug door te stromen.

Anne met de kan met water

Ik had geen zin in een nog natter shirt. De ervaring leert mij dat het racevest dan wat kan gaan schuren op de rug (ondanks anti-chafing creme) op dit soort afstanden.

Voor degenen die mij niet kennen overigens, ik hekel koud water! Zelfs na de sauna zie je mij niet in een dompelbad, stortbak of onder een koude douche staan. Nu was dat koude water op het hoofd eigenlijk wel heel fijn. Dan kan je alvast een inschatting maken van hoe warm het was.

Toch maar even zelf water over het hoofd gieten.

Extra water

De organisatie had het in de communicatie al laten weten. Er zou onderweg 2x een extra (onbemande) waterpost zijn.
De eerste was volgens mij rond de 28 kilometer. Toen ik hem zag dacht ik nog – wat tof! En wat fijn dat ik hem niet nodig heb. Ik voelde me goed en sterk, had nog genoeg vocht bij me en dus liep ik door.

Die ochtend was ik, net zoals bij de Krijtlandtrail, vertrokken met 2,5 liter vocht. 2 liter hydratatie (water met hydratietablet) en een halve liter sportdrank. En om dat water koel te houden had ik de avond er voor een flinke lading ijsblokjes gemaakt, zodat het water zolang mogelijk koel bleef. Nou, bij de 20 kilometer was al het ijs toch echt wel volledig gesmolten en was de watertemperatuur al bijna ambient.

De tweede extra waterpost bevond zich op de 38 kilometer. 5 kilometer na de vorige, en 6 kilometer voor de grote verzorgingspost op de 44km.
Het klinkt misschien gek – maar dit was voor mij gewoon de beste VP!

Zowaar bemenst met een dame en heer die ik toch zeker in de categorie opa & oma schat. Het zou me niets verbazen als het ouders waren van iemand uit de organisatie. Heel vriendelijk en behulpzaam, en het water in de jerrycans stond in de schaduw, maar was bovenal echt goed koud. Wat een genot!

Want, voordat ik bij de 38km VP aankwam is er toch een aardig stuk even gewandeld. Ik zat er goed doorheen. De warmte had knap wat energie uit het lijf getrokken. Deze post kikkerde me behoorlijk op, en dan te bedenken dat er enkel water was. Hahaha, hoe mooi en simpel kan het soms zijn. Ik heb hen hartelijk bedankt voor de fijne verzorging en ging weer alleen op pad.

Sjirk liep een stukje voor me, nadat we een tijdje samen hadden gelopen. Hem heb ik ontmoet in Groningen, toen ik één dag meegelopen heb bij de Pallas Ultra Meerdaagse. Nou ja, iemand die 5 dagen achter elkaar een ultra kan lopen, en die de Spartathlon heeft uitgelopen verwacht ik ook wel eerder voor mij, dan achter mij :).

Maar sinds kilometer 15 ofzo liep ik al grotendeels alleen. Vroeger zou ik dat wat minder leuk gevonden hebben, om zo lang alleen te lopen. Ondertussen raak je eraan gewend. Bovendien, de mooie singletracks door de afwisselende bossen maken dat je al snel vergeet dat je alleen loopt. Het kan niet vaak genoeg gezegd worden, dit is een fantastisch fijne en afwisselende route.

Nog een bekende bij de Vechtdaltrail

Ondanks dat ik nog wat wandel gedurende die laatste kilometers is er niemand voor of achter me. Nou ja, misschien overdrijf ik nu iets, want als ik wat aan het rennen was kwam ik nog wel eens een andere loper tegen die het ook zwaar had en een stukje wandelde.

Zo kom ik op een gegeven moment samen met een andere loper te lopen. We praten wat en het blijkt dat hij me kent. Huh? Nog iemand? En ja, ook deze loper had mijn filmpje gezien en volgt me zelfs. Te grappig.

Daarna laat hij weten dat ik hem ook moet kennen. Oh shit… en ik ben al zo slecht met namen! Hij verteld z’n naam (Niels – de achternaam laat ik bewust hier achterwege) en er gaat vaag een belletje rinkelen. Ik herken de naam, maar weet niet meer waar van. Blijkt dat we 14 jaar geleden collega’s waren. Alleen sportte hij toen nog niet, en had hij nog haar op z’n hoofd (ik ook trouwens).

Het grote voordeel van rennen met meerdere personen is het feit dat je minder snel gaat wandelen. Zo hielpen we elkaar door het laatste stuk heen. Op een mooi rustig tempo, al bijpratende naar de streep.

Niels – het was leuk om je weer tegen het lijf te lopen en samen naar de finish te gaan!

De Vechtdaltrail finish en nasleep

De racedirector Bertus stond de lopers dit jaar niet in het bos op te wachten om de laatste 100 meter naar de finish mee te rennen. Vanwege een beste kuitblessure kon hij maar beter op een stoeltje bij de finish blijven zitten.

Hahaha, ja echt, denk je nou dat Bertus dat doet? Natuurlijk niet, hij staat de lopers met open armen te verwelkomen op de streep. Trots dat weer een loper de 50km succesvol heeft afgelegd. Wat een energie heeft die man toch. Onuitputtelijk.

Ook mijn vrouw staat bij de finish om mij binnen te luiden. Heel eerlijk – ik was echt blij dat het er op zat. Weer een ultramarathon voltooid.
Helaas is haar video van m’n finish niet geworden wat haar bedoeling was. Iets met knopjes.

Na de finish ga ik op een bankje in de schaduw onder een partytent zitten, bij wat andere afgematte lopers. Iedereen op z’n eigen manier bezig met herstel.

Eerst maar wat uithijgen en weer op adem komen. Dat kost veel moeite in die warmte, ondanks de schaduw. Het racevest doe ik af en ik hang maar wat. Futloos. Mijn lieve vrouw herkent dit wel van twee weken terug en haalt wat water. Eerst maar wat kleine slokjes en de rest over m’n hoofd. Het heeft geen effect.

Een vrijwilliger komt me even in de ogen kijken, met name omdat ik voorover hang en niet beweeg. Ik laat hem weten dat ik het zwaar heb en warm ben, maar wel ‘bij kennis’.

De exacte volgorde weet ik niet meer. Maar op een gegeven moment komt dezelfde vrijwilliger weer naar me toe met een bekertje ijswater. Beduidend kouder dan het eerste bekertje water en er drijf nog een stukje ijs in. Superlief en ik bedank hem hartelijk. Langzaam drink ik er wat van en de kou doet me goed. Ook de rest drink ik dankbaar op. Wat voelt dat goed. Nou ja, heel even maar.

Nog geen minuut nadat het bekertje leeg is begin ik me slechter te voelen. De maag kan dat koude water in ene niet aan. Ik denk nog, oh shit – dat wordt kotsen. Het leek me niet prettig om dat midden op het terrein te doen. Dus ik denk dat het een goed idee is om richting de kleedkamers te gaan, richting WC.

Op de video zal je zien dat er geen finishboog was, ondanks dat die er bij de start wel stond. De reden is simpel. Vlak voor mijn finish viel de stroom uit. Dat betekende dus ook dat de kleedkamers donker waren. Gelukkig wel een raampje bij de douches, dus toch nog wat licht. Langzaam strompel ik naar binnen.

In de kleedkamer is ook een fonteintje en ik besluit wat water over m’n hoofd te gooien. Dat, ja dat was een heel goed idee. Het voelde fantastisch en ondanks dat had ik nog altijd niet het gevoel dat ik afkoelde van al dat water. Een paar minuten lang doe ik niets anders dan water op m’n kop en gezicht kletsen. M’n maag heeft zich al snel hersteld en er gaat gelukkig niets uit.

Langzaam waggel ik terug naar Alinda en ik ga weer op het bankje zitten. Shit! Vergeten om de chocolademelk mee terug te nemen. Die zit nog in m’n tas in de kleedkamer. Nogmaals waggel ik heen-en-weer, in beweging blijven helpt bij het herstel.

Er staat een tuinsproeier om atleten wat af te laten koelen. Koud water. Ik twijfel. Toch maak ik er gebruik van.

De chocolademelk is aardig lauw, ondanks dat die in een gekoelde thermosbeker zat. Ik drink ongeveer de helft langzaam op, het smaakt me niet. Ik wil liggen.

Naast de finish is een grasveld onder een dikke eik. Langzaam gaan we daar naartoe en ik verwijder wat kleine takjes van de grond om op het gras te gaan liggen, in de schaduw. Dat voelt eigenlijk goed.

Meteen beginnen de benen ‘raar’ te doen. Het valt moeilijk uit te leggen, maar ze willen niet stil liggen, niet languit, niet opgetrokken. Als ik m’n benen languit leg beginnen de kuiten te protesteren en willen in de kramp schieten. Ik trek ze wat omhoog in de lucht, en prompt krijg ik wat kramp op de wreef van de voet. Toch is het komisch en moet ik om mezelf lachen.

Kramp!

Een dame van het rode kruis loopt eens even m’n kant op om te kijken hoe het gaat. Ik laat weten dat het al iets beter gaat dan een half uur eerder, maar dat het herstel langer duurt dan ik zou willen.

Wat later komt ze weer even langs en ik heb alweer meer praatjes. Dat stemt haar tevreden en we kletsen wat meer. Zij is ook degene die uitlegde over die verdamping van de vochtige grond in het bos waardoor je niet afkoelt in de schaduw vanwege de hoge luchtvochtigheid.

Tussendoor komt er af en toe nog een loper binnen. Met de paar aanwezigen geven we ze een goed applaus vanwege het volbrengen van de ultra.

Goed een uur na de finish ‘ben ik er weer’ en besluit ik om het eindschot van het vlog te maken. Dat was al die tijd nog niet gebeurt.

Oh ja – de video!  Hier is die:

Mijn geweldige vrouw

Naast het feit dat ik de mogelijkheid heb en krijg om dit soort, redelijk extreme, afstanden te mogen lopen is het ook hartverwarmend dat ze mij opzoekt langs de route. Na de finish is ze zorgzaam en regelt allerlei kleine dingen waar ik dan gewoon even niet aan denk. Want, het denkvermogen wordt echt wel verminderd bij dit soort escapades.

Waar ik van tevoren eigenlijk alleen maar aan de race en de benodigde voorbereidingen denk, is zij mij vaak een stap voor. Zo had zij al bedacht dat we met ‘de grote’ auto naar Ommen zouden afreizen, in plaats van met de cabrio. Terwijl dat eigenlijk veel leuker is met zonnig weer!

Nou, ik zal je vertellen dat de volledige terugweg de air conditioning volle bak heeft staan blazen, en ik had het nog altijd warm. Intussen zat mijn vrouw met een vest aan in de auto, nog net niet te klappertanden.

Ook heeft zij nog wat leuke foto’s gemaakt en stukjes gefilmd. Oprecht – ik heb het goed getroffen met haar. Dank je schat!

En nu dan?

Nou, als je dit blog volgt dan weet je dat al wel. 9 september ga ik weer (proberen) grenzen verleggen. Dan loop ik het Nederlands Kampioenschap 100 kilometer op de weg in Winschoten. Het is de bedoeling om begin augustus nog ergens een marathon of ultra op de weg te lopen. Nog geen idee waar, dus als je een suggestie hebt – laat even en reactie achter!

Als laatste nog een oprechte geweldige dankjewel voor de vrijwilligers en de organisatie bij de Vechtdaltrail. Die zijn echt fantastisch!

Ook de koeien hebben het warm

Uiteindelijk gefinisht in 5:42.
Mocht je het leuk vinden om de cijfertjes en statistieken te zien… Die staan hier bij Garmin.
ps- Het zou wel fijn zijn als er volgend jaar toch wel een (ecologisch acceptabele) medaille is.  Gelukkig stuurt Igor me nog een origineel T-shirt op. Er was er eentje over, dus die heb ik gekocht.

Ontdek meer van Run Han Run

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder