Leestijd: 28 minuten

Wandelen? Dit blog gaat toch over hardlopen…?
Zie het maar als een cross-training dan!

Vooropgesteld, als je het in Nederland over ‘wandelen’ hebt, dan is dat lekker rustig over een mooi aangelegd pad door een stuk bos, of over de heide. Simpel, niet echt inspannend. In combinatie met dit verslag kan je dat allemaal vergeten. Voor de volle 100%. Eigenlijk was het meer bergbeklimmen, zonder touwen en harnassen dan.

Klaar voor vertrek!

4 dagen omhoog en naar beneden

De Pyreneeën zijn ruig. Puur natuur. Tenminste, wel daar waar wij ons vermaakt hebben. En in de bergen praat je niet over afstand en kilometers. Nee, je hebt het over uren.

Maar, zo erg kunnen die hoogtemeters toch niet zijn?
Dat hebben we geweten! En ja, hoogtemeters… pffff, die maken afstand zwaar.

Het is dan ook niet voor niets dat er gesteld wordt dat je voor elke 100 meter hoogtewinst er 1 afstandskilometer bij op mag tellen.
Puur naar de afgelegde afstand gekeken hebben wij in die 4 dagen 75,25 kilometers afgelegd. Horizontaal gezien. Als we daar de hoogtemeters bij optellen kom je op een afstand van 163 kilometer. In 4 dagen…

Niet helemaal te vergelijken met de 4-daagse van Nijmegen, alhoewel 4×40 toch 160 is.

Qua tijd?

  • Dag 1 – 7:30 uur
  • Dag 2 – 8:46 uur
  • Dag 3 – 6:55 uur
  • Dag 4 – 11:37 uur

Totaal dus bijna 35 uren door de bergen gelopen – inclusief (korte) pauzes. Met een rugzak van ongeveer 13 kilogrammen (inclusief water en proviand).

En wat was het gaaf! Gelukkig hadden we van tevoren gezegd dat we het woord ‘zwaar’ niet zouden gebruiken, alleen maar het woord leuk. Reken maar dat het leuk was. Ontzettend leuk, gigantisch leuk, echt leuk en zelfs super leuk.

Dag 1 – van Aulus-les-Bains naar Ustou

Origineel begint de route in Spanje, vlakbij Tavascan. Wij hadden er voor gekozen om aan de Franse kant te beginnen. Achteraf bezien pakte die keuze goed uit (zie de looptijden hierboven).

Vol goede moed beginnen we mooi op tijd (07:36) en zoals we gewend zijn begonnen we lekker door te stappen. Gelukkig waren we al gewaarschuwd dat er vrij snel een steile klim zou komen, gevolgd door een tweede deel steile klim. Na de eerste steile klim relatief vlot omhoog gegaan te zijn druipte het zweet al van ons af.

Okay, tempo aanpassen dus!

Het tweede deel rustiger omhoog gegaan en dat was al wat beter te doen, maar het bleef steil. Intussen zat de temperatuur al boven een goede graad of 25.

Op de foto zie je niet hoe steil het is

Dit ziet er nog wel lief en aardig uit toch?

Deze dag werd over het algemeen als ‘makkelijk’ bestempeld. Ja, van de 4 dagen was het de makkelijkste…  maar daar houdt het mee op. Zeven en een half uur hiken over allerlei paadjes van verschillende ondergrond, ondertussen bijna een kilometer aan hoogte winnen. Om die daarna weer net zo hard te verliezen! Vanuit de vallei de berg op, de pas over bij de skihut (de enige keer dat er onderweg tussendoor een plek was voor een versnapering), en de berg weer af….

Het dal vanwaar we begonnen.

Om een impressie te krijgen van het soort paadjes dat we lopen, hier een stukje video. Helaas is hier niet goed te zien hoe steil het is, maar als ik de camera later rechtop hou en je ziet het uitzicht, krijg je misschien toch een idee dat het hier om serieuze bergen gaat.

Hieronder een serie foto’s van de eerste dag.
Klik op de foto voor een grotere versie (originele resolutie zet ik niet online).

Gîtes de Colline Verte

Aan het einde van de eerste dag kwamen we aan bij de Gîtes. Mooie kamer, met gebruik van een (air conditioned) woonkamer, maar eerst een heerlijke douche!

Langzaam kwamen er nog meer gasten bij de Gîtes binnen, en des avonds hebben we met z’n allen aan grote picknick tafels in de tuin gezeten en gegeten.
De eigenaar had zelf een heerlijke gigot d’agneau bereid. Eigenlijk was het zelfs een 4-gangen diner. Vooraf groene salade en een hartige cake met oa. maismeel, olijven en piment erin. Zalig! Verder nog lekker kaas, en afsluiten met een ‘gateaux’. Ook zelfgemaakt, met frambozen uit zijn eigen tuin.

Wat een verwennerij en een goede afsluiting van een stevige eerste dag.

Alhoewel…  in de verte, boven de bergen waar dag 2 naar toe gaat ontstaan steeds meer wolken. Donkere wolken…. Volgens de voorspellingen is er kans op regen morgen. Niet iets waar we op zitten te wachten met al die steile stukken rots en klauterpaadjes.

Dag 2 – van Ustou naar Graus (bij Tavascan)

We ontbijten vroeg en in alle stilte. De overige gasten slapen nog, buiten is het nog donker.
Bij het eerste ochtendgloren worden we opgehaald door de eigenaresse van de Gîtes d’Escolan. Eigenlijk hadden we daar zullen overnachten, alleen zat zij helemaal vol en had zij ons ondergebracht in de Colline Verte.

Het eerste stukje van de dag begint dus in de auto, zodat we geen extra kilometers hoeven te lopen. Tof!
Als extra service brengt Nicole ons zelfs ietsje verder, zodat we een saai stuk lopen door het ‘dorp’ en langs de weg kunnen overslaan. Toch even 30 minuten voordeel.

Direct bij ons begin van de tocht komen we een soort van herder tegen, die samen met zijn schaapshond ook omhoog loopt. Hij waarschuwt ons om rekening te houden met de beren daar. Sympathiek, maar eeehh, beren? Echt?

Toevallig de dag er voor gelezen dat er nog een 20-tal bruine beren in de Pyreneeën zijn, dus daar maak ik me niet zo druk om, en dat vertel ik de heer herder.
Nou, dankzij bescherming en een goed fok programma zijn het er ondertussen 50 à 60. En eentje daarvan loopt daar in de buurt aan de Franse kant, en twee aan de Spaanse kant. Meteen geeft hij ook de tip om op een fluitje te blazen als je ze ziet, daar kunnen ze niet goed tegen. Laat ik nou -toevallig- een fluitje aan de rugzak hebben hangen!

Gelukkig hebben we die niet nodig gehad, al had ik het wel gaaf gevonden als we, van een ruime afstand, een wilde bruine beer gezien zouden hebben.

Droog

De avond ervoor leek het er op dat het een natte dag zou worden. Tot onze blijdschap is het droog, en ziet het weer er niet verkeerd uit. Ook Nicole bevestigd dat in de auto, en zij kan het weten. Ze woont in de bergen.

Zei ik droge dag? Ik bedoel, het regende niet. Boven in de bergen hingen de wolken. Vanuit de vallei waren de toppen niet te zien, en dat is wel onze bestemming! Ja, het werd dus een natte dag, omdat we in de wolken liepen. En omdat we met de route dwars door een beekje moesten lopen. Niet oversteken (dat was ook wel nodig hoor, zie foto), maar door de beek zelf omhoog klauteren (zie video)

Het bruggetje over dit beekje doet het niet meer. Dankzij goede stapstenen toch normaal kunnen oversteken.

Op zich een fenomenale ervaring om steeds hoger te gaan, en de wolken dichterbij te zien komen. Vooral als je er vlak onder zit.

In de wolken zelf zie je nog genoeg, het is geen dikke mist, maar van het uitzicht genieten, dat zat er niet bij!

Uitzicht met wolken…

Wanneer we al wat verder omhoog gelopen zijn, komt er een kranige dame (60+) naar beneden gelopen. Nou, denken wij, als die al hier is, hoe vroeg is ze dan begonnen?
Zij begroet ons met een mooie “Aah, les courageux“. Wat zoiets betekent als, kijk eens, de dapperen. Ook al zijn we geen dertig meer, zij was zeker net zo dapper!

Ze vertelde ons dat ze de nacht boven op de berg doorgebracht had in de Cabane (zie foto), en nu op weg was naar beneden. Haar man zou haar dan ophalen en weer naar huis rijden. Nadat ze 15 dagen in de bergen had rondgetrokken. En dat noemt ons dapper…? Moesten we ons zorgen gaan maken om de beklimming van deze bergpas om in Spanje te komen?

Cabane de Martinet – 2150 meter hoogte.

In de cabane zijn drie keer drie ‘stapelbedden’ van triplex getimmerd, 9 dunne schuimmatrasjes en wollen dikke dekens, een tafel met een bankje en een petroleumkacheltje dat enkel in noodgevallen gebruikt mag worden. Niet comfortabel, maar in de bergen heb je niet meer nodig dan dat.

Wij vervolgen onze klim naar boven, richting de ‘pas-de-Travascan’.
Op dit stuk lopen (nou ja, meer klauteren) we over/door het allermooiste stukje van de route. Het gaat serieus steil omhoog, naast en achter ons wil je niet teveel kijken. We lopen in de wolken, via een rotsige route door het beekje omhoog. Een hele bijzondere ervaring.

Zonder het beleefd te hebben is het onmogelijk te begrijpen hoe dat voelt. Zelfs niet als je de video ziet.

 

Eindelijk kom je dan aan bij de grens tussen Frankrijk en Spanje. Bovenop een bergpas, dan verwacht je geen douanekantoor.
Maar enkel een metalen staaf in een rots, dat is toch wat karig!

De grens tussen Frankrijk en Spanje – port de Tavascan

De afdaling blijkt een stuk eenvoudiger dan het beklimmen van deze berg. Qua afstand zitten we halverwege en eigenlijk lopen we dit stuk heerlijk naar beneden. Waarschijnlijk beginnen we nu te wennen aan het ‘wandelen’ in de Pyreneeën.

We merken wel dat de bovenbenen het goed te verduren krijgen hier, die functioneren als ‘remmen’ bij het dalen. Nadat we op dag 1 ook al ongeveer 1000 meters naar beneden hebben gehad, en deze dag zijn het er 1100, ga je dat toch voelen.

Dat werd bevestigd nadat we aangekomen waren bij de volgende stop, Camping Bordes de Graus. De trappen omhoog naar de receptie vielen al wat tegen, weer naar beneden was nog minder prettig! Spierpijn was het niet, knap stijf zeker wel. Daarom begon ik al te denken…  we moeten nog twee dagen!

Calorieën

Goed eten en voldoende koolhydraten zijn belangrijk bij dit soort uitspattingen. Blij waren we dan ook met het goede eten wat we elke keer voorgeschoteld kregen.
Deze avond betrof het een keuze menu. Dat is luxe!

Een lokale, Catalaanse soep vooraf, gevolgd door (wederom) een heerlijke stuk lamsvlees met groenten. Als dessert een calorie-bommetje: chocolademousse.

Vervolgens vroeg naar bed in de Refugi – want de wekker stond op 06:30, wat eigenlijk uitslapen was. Dag 3 was namelijk de ‘kortste’ dag van de 4.

Als laatste hier nog een serie foto’s van de tweede dag.
Klik op de foto voor een grotere versie (de originele resolutie zet ik niet online)

Dag 3 – van Graus naar Certascan

Gezien het aantal kilometers, en loopuren, is dit de kortste dag van de 4. Na de langere tweede dag en de aankomende hele lange dag 4 is dat een verademing.

Toch beginnen we tijdig aan de dag, want het blijven ruige bergen. Iets met verrassingen en geen (onnodig) risico nemen.
Het ontbijt hadden we de avond van tevoren al mee gekregen, net zoals ons lunchpakket. Ook hier was dat prima en vriendelijk geregeld. Je voelt je tijdens zo’n tocht ook niet echt een toerist, en de verschillende locaties zien je ook niet als dusdanig. Nee, je bent een lange afstandsloper die ondersteuning nodig heeft en verdient. Dat hebben we echt gewaardeerd!

We begonnen met lopen om 06.55 uur. Het zonnetje was er weer, geen wolken voor ons vandaag. Omdat we al wat hoger in de bergen zaten en vandaag ons hoogste punt (2594 meter) zouden bereiken was de temperatuur aangenaam koel (7° bij vertrek).

Het eerste stuk kwam redelijk overeen met het laatst stuk van dag 2, waarbij we rustig omhoog liepen. Geen overdreven stukken, wel een pad wat knap stenig en rotsig is, waardoor het tempo niet hard ging.

Aangezien we alle tijd hadden vandaag, hebben we die ook genomen. We stonden vaker even wat stil, genietend van het uitzicht. De pauzes die we zittend namen (en de rugzak dus even af ging) waren ook wat langer.

Ook deze dag kwamen we weer meerdere watervallen tegen, groot en klein. Het begint gewoonte te worden…
En als je denkt dat het ‘stil’ is boven in de bergen, tja. Eigenlijk klopt dat wel, omdat je geen enkel geluid hoort wat je normaal overdag ervaart. Er is geen ‘bewoning’, dus geen auto’s, geen mensen, maar ook weinig vogels (relatief).

(klik op de foto voor het volledige formaat)

Wat je wel hoort is windgeruis, en water, water water. Dat dondert die hellingen af via allemaal stroompjes en beekjes. Het klettert en het klatert. Wanneer je verdwaalt in de bergen is het advies dan ook simpel: luister naar water, ga daar naar toe, en volg het omlaag. Bijkomend voordeel is dat je daar boven in de bergen het smeltwater (meestal) kan drinken.

Pieken

Dat is de term die gebruikt wordt om tijdens een route de piek van een bergtop mee te pakken. Over het algemeen wijk je daarvoor iets van je route af, want die loopt via bergpassen, langs de piek.

Op deze route gingen we door de hoogste bergpas van onze route, net geen 2,6 kilometer boven zeeniveau. Daarbij liepen we langs een piek van 2854 meter met een route naar de top. Dat zou bijna anderhalf uur extra looptijd zijn, en ruim 200 extra hoogtemeters. We hebben er vanaf gezien. Het was een kale berg (zie video) en daarboven waaide het flink waarbij de temperatuur gerust frisjes genoemd mag worden.
Als belangrijkste reden, dag 4 zou afzien worden. We wilden onszelf dus ‘sparen’. Beetje jammer, maar wel de beste/verstandigste keuze in onze ogen om niet te pieken.

Terwijl we daarboven van het uitzicht stonden te genieten, en wat te keuvelen met andere wandelaars (Spanjaarden die gelukkig prima Engels spraken), zagen we nog een stel berggeiten op de lagere piek aan de zijkant van de pas staan. Ze zijn net te zien op de foto.

Berggeiten

Na de piek, bij de afdaling kwamen we wel een andere ‘verrassing’ tegen:  sneeuw!

Een echte verrassing was het niet, we waren er al voor gewaarschuwd. Met name door de de dame bij de receptie van de Camping Graus die vroeg of we wel stijgijzers mee hadden…
Nee dus. Wel hadden we ‘overschoenen’ met spikes bij ons, voor als het nodig was.

De sneeuw was echter zacht genoeg dat je er iets in weg kon zakken, waardoor de spikes niet echt nodig waren. Bovendien liep het er te schuin voor af, wat er voor zorgde dat het wel oppassen geblazen was.

 

Nog een reden om op te passen. De afdaling ging (weer) via rotsen van het formaat auto, caravan en groter. Daar lag de sneeuw op. En sneeuw in de bergen smelt van onderaf. Dat betekent dus dat je een sneeuwlaag ziet, waarvan je niet weet hoe dik die is en of er ondersteuning van rotsblokken onder zit. Je wilt dus absoluut niet langs de randjes lopen! Met gezond verstand kom je een heel eind, gelukkig.

Steile sneeuwhelling… even oppassen dus.

Ons einddoel is aan dat water wat je ziet. Frustrerend!
Want, je ziet waar je naar toe moet, alleen ben je er nog (lang) niet. Het is nog zeker 150 minuten lopen.

Toch viel ook dit stuk naar beneden, even los van het stuk met sneeuw (2x zelfs), wel mee. Het was gewoon oppassen en doorgaan. Of raken we er inmiddels dusdanig aan gewend dat het niet meer opvalt dat het best heftig is? Zal zeker meespelen.

De laatste 2 uur waren gewoon genieten van de uitzichten, het fijne weer en, ach ja, het was een ‘kort’ dagje lopen.
Ondanks dat we er in totaal 6:55 uur over gedaan hebben, was maar 4:41 daarvan echte wandeltijd. Een rustige dag.

Refuge de Certascan

Overnachten we eerder in Gîtes en op de camping, vannacht zouden we overnachten in een echte berghut, een refugi. Wel bewaakt/bemand en met reservering.

Dat we gereserveerd hadden was maar goed ook – het zat vol!

Deze refugi ligt op de route van meerdere populaire bergroutes. We vonden het deze dag al ‘druk’ op de route. Meerdere malen kwamen we mensen tegen, of zagen ze in de verre verte lopen.

Uitzicht door de raampjes van de refugi – loslopende koeien met bel

Wij waren erg op tijd, vanwege de kortere afstand en het vroege vertrek. Het was iets van 14:15 uur toen we aankwamen. Drie Franse bergwandelaars die we eerder al ontmoet hadden zaten al binnen en begonnen aan hun warme lunch (pasta – wat anders?). Verder was het nog rustig in de refuge. Aangezien het buiten koud (13°C) was en stevig waaide bleven we binnen en hebben we contact gezocht met (om te beginnen) die drie Fransen.

Het is fantastisch om de verhalen van anderen te horen. Tegelijkertijd doe je goede adviezen op, altijd handig. Deze drie Fransen liepen een langere route van 15 dagen dwars over. Zo liepen ze elk jaar een stuk van de route die dwars over de Pyreneeën loopt, van de Middellandse Zee naar de Atlantische Oceaan. Na de lunch lopen ze verder door. Misschien naar een cabane, en anders zouden ze hun tentje gewoon opzetten. Ook dat kan en mag daar in de bergen.

Plotseling voelden we ons echte beginners (wat we ook zijn natuurlijk).

Bekenden

Nou ja, dat is iets overdreven, maar op Camping Bordes de Graus zaten we te eten naast nog 2 Nederlanders. Daar hebben we wat mee gepraat en ervaringen uitgewisseld.
Ook wisten we dat zij dezelfde route zouden lopen als ons, alleen (veel) later zouden vertrekken. Iets met uitslapen en herstellen van ziekte.

Tegen een uur of 4 kwamen ze binnen en begroetten we elkaar. Leuk om verder ervaringen en verhalen uit te wisselen.

Langzaam maar zeker druppelden er meer lopers binnen en wisten wij inmiddels dat het er die avond vol zou zijn, 40 gasten.
En als je denkt dat die slaapzaal op de camping ‘krap’ was, dan heb je het mis!

In zo’n kleine berghut heb je eigenlijk vrijwel geen privacy (maar wie heeft dat nodig?) Je ligt met 5 mensen naast elkaar op een dun matrasje van 65 centimeter breed. Daarboven ook 5 mensen.
Tegenover idem dito, en na een (brand)deur nog een keer zo’n setup. Je kan je voorstellen dat het er warm was.

Luidruchtig hoor je mij het niet noemen. Om 22:00 is het ‘lichten uit en slapen’. Iets waar de ‘guardian’ van de refugi wel voor zorgt.

Iets eerder, tegen een uur of 17:00 kwam er, tot onzer verbazing, een groep jeugd binnen. In de leeftijdsklasse van 12 tot 15 (maximaal). Dat verwacht je daar niet…
Het bleek om een Spaanse scouting variant voor de bergen te gaan. Die waren 6 dagen onderweg in de bergen met elkaar, grotendeels zelf reddend. Twee nachten zouden ze in een refuge of cabane slapen, en 4 nachten in hun tenten. Dappere kinderen!

Rond 18:00 uur kwam er,onverwacht, nog een bekende binnen! Miguel, een Spaanse gids die we op de avond voor ons vertrek in Aulus-les-Bains hadden ontmoet. Hij was met nieuwe klanten onderweg en we herkenden elkaar. Tof om hem weer even te zien en te horen dat zijn vorige groep (Britten), het er goed afgebracht hadden. Die laatste zware 4e dag van ons was hun laatste dag, alleen liepen zij die in tegengestelde richting. 1.6 km klimmen dus door de vallei die wij op dag 4 zouden afdalen.

Miguel stelde ons ook gerust dat het met de sneeuw in de bergpas van Port de Guilio wel mee viel.

Het mooie is dat de kinderen, net zoals alle andere aanwezigen, prima respect voor elkaar hebben in de berghut. Al je spullen kan je gewoon onbeheerd achterlaten, electronica ligt allemaal op een stapel bij elkaar op de enige plek waar stroom is. ’s Avonds was het er heerlijk rustig en stil. Op het gesnurk na, vanzelfsprekend.

De wekker staat vroeg – 05:20. Bij het eerste licht willen we weer vertrekken. De guardian zorgt speciaal voor ons er voor dat we vroeger dan normaal kunnen ontbijten, 05:45 ipv 06:00, sympathiek!  Nog één zware lange dag te gaan!

Hieronder de foto’s van dag 3.
Klik op de foto voor een grotere versie (de originele resolutie zet ik niet online)

Dag 4 – van Refuge de Certascan naar Aulus-les-Bains

We zijn er klaar voor! De wekker gaat vroeg en we staan als allereersten op. Heel zachtjes pakken we de slaapspullen bij elkaar en dalen de trap af. Daar kleden we ons aan en zorgen er voor dat de rugzak weer goed ingepakt is.

De guardian is al bezig met het ontbijt, hij zet net alles op de ontbijttafel neer. Wanneer we naar buiten kijken is het nog donker. Te donker om te vertrekken. Prima, eerst even goed ontbijten en het lunchpakket in de rugzak stoppen.

Ochtend, voordat de zon er is

15 minuten later zien we dat het beduidend lichter begint te worden. Licht genoeg om te vertrekken, en nog voordat er andere wandelaars beneden zijn, staan wij buiten met onze gear. Om 7 minuten over 6 beginnen we aan de laatste en langste dag.

Uiteindelijk lopen we er vandaag in totaal 11 uur en 37 minuten over. Neem maar even aan – dat is afzien! Dat ziet er ongeveer zo uit:

Afgepeigerd, maar trots dat we het gedaan en volbracht hebben!

De dag begint met het zien opkomen van de zon. Omdat de route vandaag met een afdaling begint (voor de verandering) zitten we teveel tussen de bergen om de zon over de bergrand te zien verschijnen. Helaas, het is niet anders.

Wel is mooi te zien, toen we achterom keken, dat de eerste zonnestralen op de bergtop achter ons verscheen. We zagen het dag worden zeg maar.

De eerste zon op de bergtop

Direct bij het begin hadden we ons eerste obstakel al te pakken. Er lag een (net niet wilde) koe op ons pad. We hebben hem bruut ontwaakt uit zijn dromen van verse bergweides. Bedeesd en rustig stond het beest op en liep bij ons vandaan. Toen zagen we dat het geen koe, maar een stier was. Goede keuze om even rustig te wachten tot het beest aan de kant ging.

Bergstier met bel

Foutje, bedankt

Miguel, die Spaanse berggids, had ons er al voor gewaarschuwd. Omdat hier meerdere routes lopen was het goed oppassen om de juiste te nemen. Tja… helaas toch ergens een afslag gemist.

Dankzij de route die ik als .gpx bestand in m’n horloge had ingeladen zag ik dat we fout zaten. Toch waren de markeringen die we zochten wel aanwezig op de route waar we liepen. Raar.

Dan maar even een klein stukje terug om te kijken of we niet toch een afslag gemist hadden. Nee, dat was niet het geval. Dus toch maar wat verder afdalen langs de gemarkeerde route. Langzaamaan begon de afwijking met de GPS groter te worden. Dit kon niet goed zijn! We zaten toch echt fout.

Wisten wij veel dat alle routes dezelfde markeringen gebruiken…

Doorgaan was domweg fout. Dus toch maar terug omhoog. Balen.
Dit keer nog verder terug gelopen, want we zaten hoe dan ook verkeerd. En toen zagen we ergens voor ons andere wandelaars lopen (vertrokken vanuit dezelfde refugi als wij) op een hoger stuk van de berg. Kijk – er was dus nog wel een andere route!

Door wat verder terug te lopen kwamen we die inderdaad tegen. En door! Nu op de goede route, omhoog.

Hierdoor hadden we wel een half uur wandeltijd verloren, wat dus extra tijd wordt in het totaal. Het mooie uitzicht maakte veel goed!

Na een aardig klimmetje even lekker gaan zitten. Rugzak af, energie reepje en flesje cola er bij. Dat flesje cola hadden we vanaf het begin aan meegesleept en onderweg besloten te bewaren voor de laatste dag. Zouden we nodig hebben. En ja, dat was zeker ook zo!

Dat betekent ook dat we elke dag voldoende drinken bij ons hebben gehad, met name water. Dan is een beetje cola met suiker en cafeïne een genot om drinken.
Op dat moment kwamen er drie sympathieke Spanjaarden langs, waarvan we wisten dat ze iets later op de route een andere richting op zouden gaan. “Hola, todos bien?” “Si, gracies, y tu? estas bien?” Altijd even checken of alles goed is. Je bent in een nogal afgelegen gebied.

Grappig – cobertura

Na een goede 10 minuten pauze (langer is niet slim) klimmen we verder omhoog. En wat zien we daar, boven in de bergen op een afgelegen gebied?
De 3 Spanjaarden, alle drie aan het bellen op de mobiel. Geweldig! Op een afgelegen bergtop weten de Spanjaarden dat er ‘cobertura’ is; dekking voor de mobiele telefoon. De Spanjaarden lieten het thuisfront weten dat alles in orde is.

Iets wat wij trouwens per WhatsApp deden naar de kinderen, als we in de volgende overnachtingsplek aangekomen waren.
Trouwens, dat was ook een voordeel van het ‘georganiseerde’ gedeelte van deze trip. De overnachtingsplekken lieten aan elkaar weten dat wij vertrokken waren, of juist ‘binnen’ waren. Gebeurde dat niet, dan wist men dat wij nog ergens op de berg moesten zijn…  Dat is niet goed! Extra stukje veiligheid voor ons dus. Wel een prettig gevoel.

Route weg – verdwaald…

Je leest het goed. Tijdens de beklimming naar de port de Guilio toe zijn we de route kwijt geraakt. Nergens te zien of te vinden.

Tja, en dan?

Zo snel laat ik me niet gek maken hoor – ook niet in de bergen. Allereerst wisten we dat we omhoog moesten, naar de bergpas. Ten tweede wisten we -ongeveer- waar we vandaan kwamen. Maar waar ik het meest happy om was: m’n horloge.

Dat sporthorloge van mij (Garmin Forerunner 235) heeft er een App op zit waarmee ik de GPS route ingeladen had. Ik had dus een rood streepje op m’n scherm van waar ‘de route’ loopt, en een pijltje van mijn actuele locatie. Zolang die bij elkaar blijven is het goed…

Nu is dat niet heel exact. Die slingerpaadjes naar boven toe staan vaak als een rechte streep op de GPS route. Echter, elke ‘bocht’ in de route was behoorlijk accuraat. Zeg maar op 10 à 15 meter precies. Kortom, we volgen de route op de GPS, en dan moeten we a) het officiële pad wel weer tegenkomen of b) we komen uiteindelijk bij de pas, port de Guilio uit.

Zo gezegd zo gedaan. Een eigen route vinden door het rotsenveld, omhoog richting de pas. Ondertussen geeft het rode streepje en pijltje van de GPS aan dat we goed op de route zitten, maar geen pad. Aaaargh! En dan zie ik dat we redelijk dicht bij de pas in de buurt moeten zitten.

De grens op de pas van de port de Guilio

Dan ben je blij als je op een afstandje van een meter of 15 die metalen staaf ziet. De grens – en dus de pas! En ja hoor, ook daar zien we het paadje met het bekende rood/witte teken verder gaan, naar beneden.

We hebben nog even over onze schouder gekeken naar het pad waar het vandaan kwam. Ja, daar zijn we wel bij in de buurt geweest  – alleen was het nooit en te nimmer te herkennen als ‘pad’. Lang leve de bergen.

De afdaling

We hadden er ongeveer 4 uren over gedaan om bij de pas te komen. Een afstandje van nog geen 5 kilometer. Dat is wel inclusief die 30 minuten extra tijd toen we vroeg in de ochtend verkeerd waren gegaan.

Nog maar een kilometertje of 13 of zo te gaan, waarin er ook nog even 2000 hoogtemeters afgedaald dienen te worden. Dat begon met een erg steil stuk, over jawel, daar zijn ze weer, rotsblokken van het formaat auto en caravan. Ruig.

 

Hier mochten we naar beneden gaan…

Zoals je ziet kwamen we hier ook weer wat sneeuw tegen. Minder dan we op de derde dag tegen kwamen, en beduidend minder steil. Er viel goed over te lopen, al was het erg oppassen bij de smallere stukjes. Je loopt boven de rotsen op smeltende sneeuw die niet overal meer contact heeft met die rotsen.

Af en toe goed voor je prikken met de stok. Is het er te zacht? Mijden. Soms zelf viel er een stuk sneeuw naar beneden tussen de rotsen in het niets. Je zag niet waar het naar toe viel….  Daar wil je echt niet over lopen!

Omdat het stuk sneeuw wat we hier over moesten wat horizontaler was hebben we de spikes wel gebruikt. Was niet echt nodig, maar ja, je hebt ze niet voor niets meegenomen toch?

Spikes onder de bergschoenen

Sneeuw, midden in juli.

Na het steile stuk afdalen begon de vallei. En eigenlijk viel het afdalen daarna wel mee. De paadjes waren aardig begaanbaar – al moet je bij elke stap blijven opletten. Het was vooral een lang stuk.

Onderweg kom je wel fantastische watertjes en mooie bloeiende planten tegen. Wat ons ook opviel: veel vlinders. Super vrolijk.
Onderaan bij de foto’s zie je daar voorbeelden van.

In de maling genomen

Een mooi vooruitzicht op deze laatste dag was de waterval Cascade d’Arcs. Dat is een beste, eentje waar het water meer dan 100 meter naar beneden klettert.

Op de kaart met hoogtemeters hadden we al gezien dat het stukje afdalen bij die waterval steil zou zijn. En dat was het!

Wat een genot is het dan om bovenaan de waterval een bordje te zien: Aulus-les-Bains 1h30.
We wisten dat de waterval op ‘loopafstand’ van het dorpje was. Nog 90 minuten te gaan dus, en dan zou het er op zitten.

Het bovenste gedeelte van de Cascade des Arcs

Niet dus.

Toen we ongeveer onderaan de waterval waren, zagen we wederom een bordje.
Aulus-les-Bains 1h30.

Okay, één van die twee bordjes moest dus wel foutief zijn. We gingen er vanuit dat de eerste versie, bovenaan de waterval onjuist geweest moet zijn. Maar, vanaf nu was het dan toch ècht nog maar 90 minuten!

Niet dus.

Aan de tijd en afstand te zien kan het niet nog maar 90 minuten zijn.

Dit was, met name mentaal, een stevige domper. Ook omdat het laatste stuk nou niet echt bijster inspirerend was.

Daar hadden we zelf voor gekozen. Op de kaart hadden we gezien dat het laatste stuk over een ‘verharde weg’ zou gaan, met daarna weer een aftakking over ruigere paadjes langs het water. Na die vier dagen wandelen hadden wij besloten voor de ‘makkelijke’ route van de weg te gaan. Dat is mede te zien op de foto hierboven, we wijken af van de route.

Het was inderdaad een verharde weg, alleen nog altijd niet echt comfortabel. Losse dikke stenen overal, zodat je nog steeds moest opletten. De voeten waren ondertussen dusdanig vermoeid dat je elke steen onder je schoenen begon te voelen. Na 10 uur wandelen begint het ‘comfort’ van goede wandelschoenen toch ook af te nemen.

Wat waren we dan ook blij met dit uitzicht:

Aulus-les-Bains onze eindbestemming.

In het dorpje zijn we als eerste het supermarktje (3 gangpaden groot) ingelopen (bepakt, bezakt en bezweet…) om een heerlijke koele fles vruchtensap te halen.

De luxe van een bad

Oorspronkelijk zouden we de laatste avond doorbrengen in dezelfde Gîtes als de eerste nacht.
Had ik nog niet verteld, maar dat was ook zo’n variant van 8 personen op 1 kamer. Samen met die Britten die de andere kant op liepen, samen met gids Miguel.

Daar hadden we, voor vertrek, al geen zin in. Toevallig en gelukkig was er in dat gehuchtje nog een hotelletje. Met kamers met bad, voor €65. De overnachting in de Gîtes zou €50 zijn. Ha – makkelijke keuze! Bovendien had het hotelletje inderdaad nog een kamer met bad beschikbaar.

Aaaaaah, wat is dat dan fijn om na 4 dagen eenvoud en wandelen in de fabuleuze Pyreneeën te genieten van een luxe, ruime hotelkamer met (groot!) bad.
Woooop-wooop, we hebben het gered.

Hierbij de foto’s van de 4e dag.
Klik op…  je weet het nu wel.

Conclusie van 4 dagen Muntanyes del Libertat

Fenomenaal!
Eerlijkheidshalve moeten we stellen dat het zwaarder (sorry, leuker!) was dan gedacht. Echter, het was het meer dan dubbel en dwars waard.

Dan is het fijn om in goede conditie te zijn, want anders was het echt niet gelukt. Wat een magnifieke tocht.

Zouden we het weer doen? Nou, daarover verschillen de meningen een beetje.

Lijstje met veel gebruikte termen tijdens deze tocht

  • Zitten we nog goed?
  • En we gaan weer omhoog
  • Even uitpuffen
  • Streepje (routeaanduiding)
  • Pas op, losse stenen
  • Gaan we wel goed?
  • Heb je nog een streepje gezien?
  • Wat een uitzicht!
  • Alweer een waterval
  • Wat hoog

En zo zijn er vast nog wel meer….  Alleen hebben we niet alles kunnen onthouden. Iets met vermoeidheid.

Wil je zelf deze route een keer wandelen? Via deze site hebben wij het ‘geregeld’:  http://muntanyesdellibertat.com

Heb je het helemaal tot hier gebracht? Dank je! Echt leuk dat je het allemaal gelezen hebt. Hopelijk heb je zo een beetje een indruk gekregen van onze belevenis.
Maar geloof me – het haalt het niet bij de werkelijkheid! Dit valt niet in woorden uit te drukken.

 

 

Ontdek meer van Run Han Run

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder